donderdag 20 september 2007

Canada en Nederland willen dat NATO meer troepen vindt

De NAVO moet harder werken aan het vinden van meer partners die troepen sturen naar Afghanistan. Dat zei de Canadese minister van Defensie Peter MacKay woensdag tijdens een ontmoeting met zijn Nederlandse collega Van Middelkoop. Van Middelkoop vindt dit ook.

Samen zullen Nederland en Canada dit onderwerp op de agenda plaatsen tijdens de informele NAVO-ministeriële bijeenkomst op 25 oktober in Noordwijk.

De NATO roept al meer dan een jaar om meer versterkingen in Afghanistan, maar landen leveren maar mondjesmaat meer militairen. NATO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer zei woensdag dat er geen landen Afghanistan kunnen verlaten.

De oproep betekent dat er landen moeten worden gezocht om in het zuiden mee te vechten tegen de opstand van de Taliban.

Complicaties
NATO-secretaris-generaal de Hoop Scheffer zei woensdag in de NRC: “De situatie in Afghanistan is gecompliceerder dan twee jaar geleden kon worden voorzien” en “voor de afzienbare toekomst is het nodig dat er NAVO-troepen in het land blijven.”

“Dat moet je kunnen volhouden, maar dat kúnnen we,” stelde hij in de krant. “Alleen, ik herhaal, dat betekent dat er niemand weg kan.”

Canada en Nederland zetten troepen in bij de wederopbouw van Afghanistan. Beide landen moeten op korte termijn beslissen over voortgang van de missie in dat land. MacKay zei de beslissing van Canada mede te laten afhangen van het besluit van Nederland. “We zitten in dezelfde positie.”

Beide landen hebben hun militairen gestationeerd in zuidelijke Afghaanse provincies. Beide troepenmachten worden daar veelvuldig aangevallen door de Taliban, en zijn naarstig op zoek naar bondgenoten voor steun bij hun missies.

In beide landen neemt het draagvlak voor de missies onder de bevolking af.

Het Nederlandse kabinet neemt dit najaar een besluit over het al dan niet verlengen van de ISAF-missie in Uruzgan na augustus 2008.

Het mandaat van Canada loopt tot februari 2009. MacKay liet doorschemeren bereid te zijn te blijven, maar andere landen moeten meer doen. Ook de Nederlandse regering is van mening dat andere landen meer steun moeten verlenen.

Canada heeft verschillende malen aan Nederland gevraagd om de missie in Afghanistan te verlengen. Ook Australië heeft dat gedaan.

De landen die deelnemen aan de missie nemen allemaal op verschillende tijdstipen besluiten over hun missies. Het lijkt dat veel landen de kat uit de boom kijken wat een ander land gaat doen.

Taakverdeling
Volgens Van Middelkoop is er een grote overeenkomst tussen Nederland en Canada. “We tonen veel inzet en hebben een grote verantwoordelijkheid in het zuiden van Afghanistan. Maar binnen de NAVO moet die verantwoordelijkheid beter worden verdeeld.”

Grote bondgenoten zoals Duitsland, Italië, Spanje en Frankrijk en landen als België, Noorwegen, Zweden zijn niet bereid om troepen te leveren voor Zuid-Afghanistan.

De ministers zien ook graag dat instanties als de Verenigde Naties en de Europese Unie een grotere rol opeisen.

Van Middelkoop pleitte daarnaast voor een grote inzet van non-gouvernementele organisaties en civiele organisaties die betrokken moeten worden bij de opbouw van Afghanistan.

Hij toonde later op de dag ook begrip voor de opmerkingen van De Hoop Scheffer. Hij vond dat het zijn taak is als secretaris-generaal en zei dat de Hoop Scheffer geen rekening hoeft te houden met een parlement.